top of page

De HvA en het Amsterdam Chess Open: een natuurlijke samenwerking




De tweede editie van het Amsterdam Chess Open wordt in veel opzichten groter en beter dan die van 2023, en dat is voor een belangrijk deel te danken aan de samenwerking tussen het toernooi en de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Een gesprek met Jeroen Visser, Directeur Bedrijfsvoering van de faculteit Business en Economie (FBE) van de HvA, leert dat deze samenwerking eigenlijk een heel natuurlijke is.



Na de eerste, succesvolle editie vorig jaar in het Cygnus Gymnasium was de toernooiorganisatie van het Amsterdam Chess Open tevreden maar ook hongerig naar meer. Vooral meer deelnemers zou mogelijk moeten zijn, maar dan was wel een andere locatie nodig. Jan Timmerman, voorzitter van de toernooicommissie en docent commerciële economie aan de HvA, besloot een mailtje te sturen aan Jeroen Visser en dat bracht het balletje aan het rollen. Het hielp dat Visser als kind een tijd lang met plezier geschaakt heeft.


“In de basis is op de meeste vragen mijn eerste neiging om ja te antwoorden,” zegt Jeroen Visser tijdens een gesprek op een dinsdagmorgen in oktober in zijn kantoor. “En helemaal omdat het schaken is, waar voor mij een persoonlijk touch point zit, maar ook omdat ik denk dat het perfect past bij ons als kennisinstelling. Ik ben gaan overleggen met een paar collega’s hier en we kwamen snel tot overeenstemming.”


Dat het toernooi in de herfstvakantie valt is een bijkomend voordeel, maar was niet per se een vereiste. “Ook op andere momenten hadden we gekeken of we het mogelijk hadden kunnen maken,” zegt Visser. “Bij dit soort dingen denk ik altijd: we kunnen altijd kijken in onmogelijkheden maar juist schaken is ook het spel van de schier oneindige mogelijkheden toch? Dus dan is het veel meer kijken van: hoe krijgen we het wel passend en, gegeven de situatie, welke zet gaan we spelen, maar wel met het idee van: dit willen gaan doen.”


In de Amsterdamse Poort, vlak achter de HvA-locatie, zit het Open Space Contemporary Art Museum (OSCAM), een museum uit Zuidoost en gericht op kunstenaars uit Zuidoost. Daar heeft de HvA ook een samenwerking mee, en er is een link met schaken. “De eerste artists in residence die ze hadden, kunstenaars die zich The New Originals noemden, hadden een groot, blauw schaakspel gemaakt,” vertelt Visser. “Dat was ook een van de aanleidingen om in ons gebouw een groot schaakspel neer te zetten, omdat we merkten dat het superveel gebruikt werd.” De samenwerking met het ACO is te zien als de volgende stap in deze lijn.


Brede samenwerking

De samenwerking bestaat uit verschillende onderdelen. Het belangrijkste is dat de prachtige locatie, het Corry Tendeloohuis in Zuidoost, ter beschikking wordt gesteld, inclusief ICT-faciliteiten en bijvoorbeeld catering. Naar schatting zullen er zo’n twintig HvA-medewerkers tijdens het toernooi actief zijn, inclusief huismeesters, ICT, schoonmaak, opbouw en communicatie.



“Het leuke is dat het niet alleen van deze faculteit komt,” zegt Visser. “Het gaat ook om facilitaire services, ICT-services... Allerlei afdelingen van de HvA zeggen: hier staan we achter, dit willen we ondersteunen. Er zijn mensen van ons in de herfstvakantie aan het werk, die anders vrij zouden zijn, om dit mogelijk te maken. Het is echt iets waarvan mensen zeggen: oké, dit willen we, en ze willen ook meedoen.”


Ook is er al sprake van vakinhoudelijke samenwerking, wat in de toekomst wellicht nog kan worden uitgebreid. Eerstejaarsstudenten van de opleiding commerciële economie hebben in mei, begeleid door ACO-bestuursleden Marjolein Aarten en Jan Timmerman, een pre-event georganiseerd met als doel om thuisschakers te bereiken. Ze maakten een marketingcommunicatieplan en het evenement vond plaats in het Max Euwe Centrum, waar grootmeester Paul van der Sterren een masterclass speciaal voor minder ervaren schakers ­af.


“We zijn nu plannen aan het uitwerken om andere faculteiten van de HvA te laten bijdragen aan het ACO en dus andersom wij aan de leerontwikkeling van de studenten,” zegt Timmerman. “Te denken valt aan de faculteit Gezondheid, Sport en Bewegen om bij te dragen en te leren van een grootschalig evenement als het ACO. Daarnaast kunnen we op het gebied van (internationale) marketingcommunicatie nog stappen zetten, waarbij de faculteit FBE kan bijdragen.”


Raakvlakken

Jeroen Visser

Het partnerschap tussen het ACO en de HvA is niet onlogisch gezien de vele raakvlakken tussen schaken en de hogeschool – denk aan zaken als kennis, training en didactiek. Een concreet voorbeeld hiervan is dat het schaakevenement toernooicoaches inzet zodat deelnemers op een gestructureerde manier iets kunnen opsteken van hun partijen. Er zijn vier toernooicoaches vastgelegd: GM Paul van der Sterren en IM Merijn van Delft voor groep A en B en Ewoud de Groote en Ashley Krishnasing voor groep C en D.



De focus op training en didactiek was ook een reden voor Visser om vanaf het begin af aan enthousiast te zijn over samenwerking. “Ik denk dat schaken als sport heel goed aansluit bij wat we als kennisinstelling willen zijn,” vertelt hij. “Het gaat ook over vitaliteit, ontwikkeling, sportiviteit, over hoe je je kunt blijven verbeteren. Het zit vooral ook in het proces. Hoe leer je schaken, dat gaat vooral ook over leren nadenken, en dat is wat we op een hbo ook in hoge mate doen. Je begint met een probleem en dan is altijd de vraag: hoe pak je dat aan?”


“Ik vind het ook altijd leuk om daarin verschillende typen leerlingen te zien,” vervolgt Visser. “Bij schakers heb je mensen die wat ik altijd noem meer theoretisch schaken of mensen die meer intuïtief schaken. Dat zie je natuurlijk ook terug bij onze studenten. Je hebt studenten die graag van tevoren willen weten: wat heb ik te leren, en studenten die eerst aan de slag gaan en dan kijken van goh, hoe pakt dit eigenlijk uit? Dat zie ik er heel erg in terug. Maar ook het spel zelf, het schaken, dat gaat ook over elkaar ontmoeten, waar vind je elkaar, waar zet je grenzen neer?”


“Als ik denk aan bijvoorbeeld onze studenten commerciële economie, dan zou ik generaliserend kunnen denken: dat zouden meer aanvallende spelers kunnen zijn die graag met wit spelen en het initiatief nemen. Als ik kijk naar studenten accountancy, of meer in de finance-hoek, die zullen mogelijk van nature iets meer denken van nou, ik open met de Caro-Kann, lekker een beetje gesloten.”


Vertalen karakters van mensen zich naar hoe zij een partij schaak benaderen? Visser denkt van wel. “Of juist andersom, dat mensen een middel hebben om een keertje niet zichzelf te zijn en iets heel anders te kunnen doen,” voegt hij toe. “Maar dat vind ik juist het mooie: het is zo’n enorm gelaagd spel, die diepte ervan die hopen wij natuurlijk hier ook met onze studenten te bereiken. Ook de vraag hoe je iemand bereikt, is ook weer een schaakspel, dat is ook een zoektocht. Hoe je als docent goed met studenten omgaat is ook schaken, of hoe richt je een curriculum goed in, dat soort dingen.”


Partner in de stad

De samenwerking past ook in een bredere visie van de hogeschool over haar plek in de stad, legt Visser uit. “Een belangrijke reden is ook dat we het als HvA belangrijk vinden om een partner in de stad te zijn. De stad bestaat 750 jaar en dit is ook een manier waarvan wij denken: zo kunnen we ook weer bijdragen aan de viering en aan de kracht van Amsterdam die juist heel erg zit in die diversiteit en schaken als verbindend element daarin.”


Een van de gedachten daarbij is ook dat Zuidoost bij uitstek een goede plek is, geeft Visser aan. “Schaken is niet afhankelijk van taalbarrières, het is over de hele wereld megagroot en het kan op die manier een heel mooie brug zijn tussen culturen. Er wonen hier 180 nationaliteiten, alleen al in Zuidoost. Ik denk dat schaken een heel mooie verbinder is en bij uitstek voor de jeugd.”


“Onderdeel van het initiële plan van ‘HvA en de stad’ was ook: we geven ook echt iets terug aan de buurt waar we zitten. We zijn hier niet alleen maar om ‘de grond te consumeren’ maar ook echt om verbindingen aan te gaan met de rest van de omgeving. Dat is bij het Wibauthuis zo, maar ook hier in het stadsdeel.”


Verschillende effecten

Visser geeft aan dat hij met het partnerschap verschillende effecten op het oog heeft. “Het gaat om meerdere dingen: dat we de binding in de buurt kunnen versterken, dat we schaken onder de aandacht kunnen brengen bij heel veel mensen hier, en natuurlijk ook wel naamsbekendheid van de HvA vergroten,” zegt hij. “Ik denk ook wel dat de drempel om te gaan schaken voor heel veel mensen minder hoog zal zijn dan de drempel om de HvA binnen te stappen als je hier nog nooit bent geweest of geen familie hier hebt. Dan denk je misschien toch: dat is best een grote stap, terwijl als je toch al schaakt, kun je misschien een keer denken: laat ik maar eens gaan kijken want ik heb een goede reden om te gaan. Dat zou een bijkomend effect kunnen zijn.”


“Maar dit is niet het hoofddoel voor ons. Als we echt diep in de vezels gaan kijken en ons afvragen wat zijn we als HvA, als kennisinstelling, dat gaat het er helemaal niet per se om dat we vinden dat iedereen bij ons moet studeren. Ik denk dat op het moment dat we als HvA kunnen zeggen: mede dankzij ons hebben mensen zich ontwikkeld, dan hoeft dat niet te zijn bij ons op school.”


“Ik stel me zo voor dat een kind uit Zuidoost hoort van het schaaktoernooi, mee gaat doen, enthousiast wordt, denkt: hier wil ik beter in worden en zich daardoor helemaal ontwikkelt maar verder nooit meer de HvA van binnen ziet. Dan vind ik al dat het een geslaagd toernooi is geweest. Het gaat echt veel meer over de visie, dat we als HvA zeggen: we willen de stad Amsterdam verder helpen, de inwoners verder helpen en specifiek de inwoners van Zuidoost. Het hoeft helemaal niet hoogdravend of ingewikkeld te zijn. Het kan ook al zijn dat twee mensen die hier misschien naast elkaar wonen maar elkaar niet kennen, hier gaan schaken, elkaar ontmoeten, zeggen: hé, schaak jij ook, en voortaan elkaar elke maandagavond zien om een potje te schaken. Ik denk dat we het juist ook in het kleine kunnen zoeken.”


Vorig jaar zomer werd de Wereld Gymnaestrada gehouden in Amsterdam een ook daar was er een samenwerking met de HvA. “Dat ging om duizenden mensen,” vertelt Visser. “We hebben onze gebouwen ter beschikking gesteld voor deelnemers om te overnachten hier. Dat is ook een mooi voorbeeld van hoe we als HvA in de stad actief willen zijn met dingen waarvan we denken: die helpen de stad en de inwoners van de stad verder.”


Toekomst

Het partnerschap en de afspraken zijn in principe alleen voor dit jaar, maar Visser heeft zeker ook ideeën over de toekomst. “We beginnen en gaan eerst eens kijken hoe het wederzijds bevalt. Tegelijkertijd doen we dit soort dingen niet om gewoon maar een keertje iets te doen. Maar het is wel vanuit de gedachte: dit is een van de manieren waarop we als HvA actief willen zijn in de stad.”


Diversiteit en inclusie zijn belangrijke thema’s in de samenleving en worden dat misschien nog wel meer in de komende jaren. Ook in dat opzicht kan Visser zich in de samenwerking vinden: “Schaken is een superinclusieve sport. Als je eenmaal de regels kent dan is de rest oneindig maar ook heel laagdrempelig. Als je kijkt naar de essentie van de sport dan is het zo dat in principe iedereen het kan spelen. Ik weet nog van mijn eigen jeugd dat ik bij de schaakvereniging zat en er was een man die had geen armen. Er waren ringen gemaakt aan de schaakstukken en die kon hij met zijn mond verzetten. Dit was voor mij zo’n ding dat ik dacht: ja, wat maakt het eigenlijk uit.”


“Ik geloof echt dat schaken staat voor een sport waarin je verbinding vindt maar ook de strijd op een intellectuele manier aan kan gaan. Wij als HvA willen een plek zijn waar je op een veilige manier intellectueel de strijd met jezelf en met de anderen kunt aangaan. Ik denk dat we dat superbelangrijk vinden. En dan nog specifiek dat we daarbij iedereen van harte in het stadsdeel Zuidoost expliciet willen uitnodigen om mee te doen of te komen kijken. We zijn gewoon enthousiast dat we de mogelijkheid hebben voor deze samenwerking!”




Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page